Deel 1: Jonge Kinderen
- Kind: “Mag ik nog een snoepje?”
Ouder: “Je hebt vandaag al een snoepje gehad. Snoep is lekker, maar te veel suiker is niet goed voor je tanden en je energie. Laten we samen iets gezonds kiezen; dat helpt je om je sterk en gezond te voelen.” - Kind: “Mag ik vandaag later naar bed?”
Ouder: “Ik begrijp dat je graag wat langer op wilt blijven. Een goede nachtrust helpt je om morgen weer fit en vrolijk te zijn. Het is belangrijk om een vast ritme te hebben, zodat je je goed voelt overdag.” - Kind: “Mag ik extra zakgeld?”
Ouder: “Het is leuk dat je zakgeld wil om iets speciaals te kopen. Misschien kun je wat extra klusjes doen om wat bij te verdienen. Zo leer je sparen en waarderen wat je hebt.” - Kind: “Mag ik bij een vriend spelen na school?”
Ouder: “Dat klinkt gezellig! Eerst even je huiswerk of taakjes afmaken, zodat je daarna zonder zorgen kunt spelen. Laten we samen plannen wanneer het goed uitkomt.” - Kind: “Ik heb het zelf opgelost dat hij me plaagde.”
Ouder: “Wat goed dat je voor jezelf bent opgekomen! Soms helpt het om rustig te blijven en duidelijk te zeggen dat je het niet leuk vindt. Hoe voelde je je toen je het zei?” - Kind: “Ze lieten me niet meespelen, dus ik pakte de bal af.”
Ouder: “Ik snap dat je graag mee wilde doen en dat het niet fijn voelt om buitengesloten te worden. Volgende keer kun je misschien vragen of je mee mag spelen. Het is goed om te laten weten wat je wilt, maar zonder ruzie te maken.” - Kind: “Kan ik vandaag de tafel niet dekken?”
Ouder: “Ik weet dat het niet altijd leuk is om taakjes te doen, maar samen helpen we ons huis netjes te houden. Vandaag dekken we samen de tafel. Het voelt goed om iets bij te dragen, toch?” - Kind: “Mag ik morgen met andere vrienden naar het park?”
Ouder: “Dat kan gezellig zijn! Zolang je even laat weten met wie je gaat en wat jullie plannen zijn, voel ik me gerust. Het is fijn om af te spreken, maar veiligheid is belangrijk.” - Kind: “Waarom mag ik geen chips mee naar school?”
Ouder: “Chips is iets lekkers voor af en toe, maar het vult niet goed en geeft niet veel energie. Gezonde snacks helpen je beter te concentreren op school en je sterker te voelen.” - Kind: “Waarom moet ik altijd sorry zeggen?”
Ouder: “Sorry zeggen laat zien dat je begrijpt dat je iemand misschien hebt gekwetst. Het helpt om dingen goed te maken en te laten zien dat je om anderen geeft. Door sorry te zeggen, leer je verantwoordelijkheid nemen voor je daden.” - Kind: “Ik wil niet naar zwemles, mag ik thuisblijven?”
Ouder: “Zwemles kan soms spannend of vermoeiend zijn, maar het is belangrijk dat je goed leert zwemmen. Het helpt je om veilig in het water te zijn, en je zult merken dat je steeds beter wordt met oefenen.” - Kind: “Mag ik mijn huiswerk morgen doen?”
Ouder: “Het kan verleidelijk zijn om het uit te stellen, maar als je het nu doet, heb je morgen vrij om te spelen. Door je werk op tijd af te maken, leer je plannen en voel je je daarna opgelucht.” - Kind: “Waarom mag ik niet langer gamen?”
Ouder: “Gamen is leuk, maar te lang gamen kan ervoor zorgen dat je moe wordt en minder tijd hebt voor andere dingen. Een beetje balans is belangrijk. We kunnen een schema maken, zodat je tijd hebt voor alles wat je leuk vindt.” - Kind: “Waarom moet ik altijd naar oma, ik wil spelen?”
Ouder: “Oma vindt het fijn om je te zien en tijd met je door te brengen. Familie is belangrijk, omdat zij ons steunen. Na het bezoek kun je weer spelen en genieten van je vrije tijd.” - Kind: “Mag ik vandaag m’n kamer niet opruimen?”
Ouder: “Ik weet dat opruimen niet altijd leuk is, maar een nette kamer helpt je om rust te voelen. Laten we het vandaag samen doen, zodat het sneller gaat en je daarna weer kunt spelen.” - Kind: “Mijn vriend wil dat ik lieg over iets.”
Ouder: “Eerlijkheid is belangrijk, ook al kan het soms moeilijk zijn. Laten we samen nadenken over hoe je dit kunt oplossen zonder te liegen. Eerlijke vrienden zijn het meest betrouwbaar.” - Kind: “Mag ik meer schermtijd?”
Ouder: “Schermtijd is leuk, maar te veel kan ervoor zorgen dat je moe wordt of minder tijd hebt voor andere dingen. Misschien kunnen we extra tijd inplannen op een speciale dag. Zo heb je iets om naar uit te kijken.” - Kind: “Ik wil een duur cadeau voor m’n verjaardag.”
Ouder: “Het is leuk om iets te wensen, maar soms moeten we nadenken over wat mogelijk is. Misschien kunnen we iets anders bedenken dat ook heel bijzonder is. Soms gaat het meer om het moment dan om het cadeau zelf.” - Kind: “Ze willen niet dat ik meedoe, wat moet ik doen?”
Ouder: “Ik begrijp dat het pijn doet om buitengesloten te worden. Probeer het rustig te vragen of zoek iemand anders om mee te spelen. Het kan helpen om je wensen te delen zonder boos te worden.” - Kind: “Mag ik niet douchen vandaag?”
Ouder: “Ik begrijp dat je soms geen zin hebt, maar douchen helpt je om fris en gezond te blijven. Het duurt maar een paar minuten en daarna voel je je weer schoon en lekker.” - Kind: “Waarom moet ik de afwas doen?”
Ouder: “De afwas doen is niet altijd leuk, maar het hoort bij ons gezinsleven. Als iedereen iets doet, wordt het makkelijker. Samen zorgen we voor ons huis, en dat voelt fijn en verbonden.” - Kind: “Ik mocht niet meedoen in de pauze.”
Ouder: “Dat is vervelend. Soms helpt het om gewoon even af te wachten of iets anders te proberen. Probeer je goed te voelen over jezelf, los van wat anderen doen.” - Kind: “Mag ik zonder jas naar buiten, het is niet koud.”
Ouder: “Het lijkt misschien warm, maar het weer kan snel veranderen. Je jas helpt om warm te blijven als het afkoelt. Het is fijn om voorbereid te zijn, voor het geval dat.” - Kind: “Mag ik iets anders eten, dit vind ik niet lekker.”
Ouder: “Ik begrijp dat niet alles even lekker is. Soms veranderen smaken en door iets vaker te proberen, leer je het misschien wel waarderen. Laten we kijken hoe we het eten voor jou leuker kunnen maken.” - Kind: “Waarom mag ik niet met mijn schoenen op de bank?”
Ouder: “De bank blijft schoon en netjes als we onze schoenen uitdoen. Het is een manier om goed voor onze spullen te zorgen. Samen houden we het huis prettig en schoon.” - Kind: “Mag ik mijn zakgeld al uitgeven?”
Ouder: “Het is verleidelijk om alles meteen uit te geven, maar soms is het goed om even te wachten. Door te sparen, kun je misschien iets groters kopen dat je echt wilt. Laten we een spaardoel maken!” - Kind: “Waarom moet ik mijn tanden poetsen, ik heb dat al gedaan?”
Ouder: “Goed poetsen is belangrijk om je tanden gezond te houden. Gaatjes voorkomen helpt je om later geen pijn te krijgen. Even extra poetsen kan geen kwaad en het zorgt voor een frisse adem.” - Kind: “Mag ik bij mijn vriend blijven slapen?”
Ouder: “Logeren is leuk, maar we moeten eerst met zijn ouders afspreken en zeker weten dat alles goed gaat. Logeren is iets speciaals, en we plannen het graag op een goed moment.” - Kind: “Waarom moet ik delen met mijn broertje?”
Ouder: “Delen is soms moeilijk, maar het maakt het spelen vaak leuker voor jullie beiden. Samen plezier hebben en elkaar blij maken zorgt voor mooie herinneringen.” - Kind: “Waarom moet ik m’n handen wassen voor het eten?”
Ouder: “Schone handen houden je gezond en zorgen ervoor dat je geen bacteriën binnenkrijgt. Het is een kleine moeite en helpt om je lichaam sterk te houden.”
Met deze praktische en pedagogisch verantwoorde antwoorden heb je de juiste handvatten om de dagelijkse vragen van je kind vol vertrouwen en begrip te beantwoorden. Deze antwoorden zullen jullie band versterken en een stevige basis vormen voor hun groei en ontwikkeling!